Bank mag niet volledig afscheid nemen van ondernemer

Ongebruikelijke transacties deden zich maar bij één van de twee ondernemingen voor

ABN Amro mag bij een ondernemer met twee ondernemingen alleen de relatie beëindigen waarbij de ongebruikelijke transacties zijn geconstateerd. Bij de relatie met de andere onderneming zijn geen onevenredige risico’s geconstateerd, dus moet die worden voortgezet.

Een ondernemer (eenmanszaak) heeft twee ondernemingen. De een is een installatiebedrijf en de ander staat bij de KvK geregistreerd als tuincentrum. Het tuincentrum blijkt in het verleden de inkoop voor een groot deel te hebben gedaan bij de ‘growshop’ Dutch Lighting Solutions (DLS), waarvan de eigenaren in 2018 zijn veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet. ABN Amro start een onderzoek.

Contant geld

Uit het onderzoek blijkt dat de betalingen bij het tuincentrum voor 99% in contanten gebeuren. Soms in grote coupures, die – volgens de bank – nagenoeg alleen door drugscriminelen worden gebruikt. Het geld wordt afgestort bij de bank. Dan zijn er nog allerlei leningen die de bank niet vertrouwt. ABN Amro heeft al met al te weinig informatie om de risico’s goed te kunnen beoordelen en besluit de bankrelatie met beide ondernemingen op te zeggen.

Niet beide ondernemingen

Na een belangenafweging besluit de rechter in kort geding dat ABN Amro wel de relatie met het tuincentrum, maar niet met de andere onderneming mag opzeggen.

Rechtbank Amsterdam (kort geding), 30 maart 2023 (gepubliceerd 7 juni 2023),  ECLI:NL:RBAMS:2023:2611