Europese Bankautoriteit niet tevreden over toezicht op betaalinstellingen

Betaalinstellingen kunnen zich vestigen waar het toezicht het minst streng is

Volgens de Europese Bankautoriteit (EBA) moet het toezicht op betaalinstellingen in de EU verbeterd worden en geuniformeerd. Betaalinstellingen zijn niet-bancaire partijen die zelfstandig betaaldiensten aanbieden, zoals het verwerken van pintransacties, het uitgeven van betaalkaarten en het verzorgen van internationale geldoverboekingen.

De EBA heeft een rapport over de risico’s van witwassen en terrorismefinanciering (ML/TF) in verband met betaalinstellingen in de EU gepubliceerd. De bevindingen zijn dat witwasrisico’s in de sector mogelijk niet effectief worden beoordeeld en beheerd door instellingen en hun toezichthouders.

Onderzoek

In 2022 heeft de EBA de omvang en aard van het ML/FT-risico in de sector betaalinstellingen onderzocht. Er is gekeken hoe betaalinstellingen ML/TF-risico’s identificeren en beheren en wat toezichthouders doen om die risico’s te beperken bij het overwegen van een vergunningsaanvraag van een betalingsinstelling en tijdens de levensduur van een betalingsinstelling.

Niet adequaat

De bevindingen van EBA wijzen uit dat de instellingen in de sector over het algemeen het ML/TF-risico over het algemeen niet adequaat beheren. De interne controles van AML/CFT bij betaalinstellingen zijn vaak onvoldoende om ML/TF te voorkomen. Dit ondanks het hoge inherente ML/FT-risico waaraan de sector is blootgesteld.

Toezichthouders niet effectief

De EBA vindt verder dat niet alle bevoegde autoriteiten op dit moment voldoende doen om effectief toezicht te houden op de sector. Als gevolg hiervan kunnen betaalinstellingen met zwakke AML/CFT-controles actief zijn in de EU, bijvoorbeeld door zich te vestigen in lidstaten waar vergunning- en AML/CFT-toezichtprocessen minder streng zijn om hun activiteiten daarna grensoverschrijdend te paspoorten.

Bevindingen op een rij

  • De interne beheersingsmaatregelen op het gebied van AML/CFT bij betaalinstellingen lijken niet robuust genoeg om de geïdentificeerde ML/TF-risico’s te beperken.
  • Niet alle toezichthouders baseren de frequentie en intensiteit van on-site en off-site toezicht op het ML/FT-risicoprofiel van individuele betaalinstellingen en op de ML/TF-risico’s in die sector.
  • Toezichtpraktijken bij autorisatie lopen sterk uiteen en AML/CFT-componenten worden niet consistent beoordeeld. Als gevolg hiervan kunnen betaalinstellingen met zwakke AML/CFT-controles actief zijn in de EU en zich mogelijk vestigen in lidstaten waar het autorisatieproces als minder streng wordt beschouwd om hun activiteiten daarna grensoverschrijdend aan te bieden.
  • Er is geen gemeenschappelijke aanpak voor het AML/CFT-toezicht op agentennetwerken, of het AML/CFT-toezicht op betaalinstellingen met significante agentennetwerken. Het gebruik van agenten door betaalinstellingen brengt een aanzienlijk inherent ML/TF-risico met zich mee, vooral in een grensoverschrijdende context.

Wetswijzigingen nodig

Volgens de EBA zijn wetswijzigingen nodig om tot een meer consistente benadering van ML/FT-risico’s te komen in het toezicht.

European Banking Authority: EBA finds that money laundering and terrorist financing risks in payments institutions are not managed effectively, 16 juni 2023

Eba report on ML/TF risks associated with payment institutions – eba/rep/2023/18, 16 june 2023