Rechtsgang alsnog geregeld in wetsvoorstel Trustregister

‘Per abuis niet opgenomen in het wetsvoorstel’

In april 2021 werd het wetsvoorstel voor een Nederlands Trustregister ingediend. In  een (tweede) nota van wijziging is onlangs een bepaling opgenomen die de rechtsgang regelt.De nota van wijziging regelt een specifieke rechtsgang bij beroep tegen besluiten op grond van het wetsvoorstel. Deze regeling is in lijn met de rechtsgang bij andere besluiten op het financieel-economisch terrein en was per abuis niet opgenomen in het eerder ingediende wetsvoorstel. De Raad voor de Rechtspraak moest eraan te pas komen om het ministerie van Financiën daarop te wijzen, waaruit dus nu deze tweede nota van wijziging volgt.

Bezwaar tegen besluiten

Op basis van het wetsvoorstel kunnen diverse besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genomen worden, zoals een besluit tot registratie, een besluit tot afscherming of een last onder dwangsom. Tegen die besluiten staat voor belanghebbenden bezwaar en beroep open conform de Awb. Overigens worden dergelijke besluiten – met het in artikel 25 van het wetsvoorstel opgenomen mandaat – namens de Minister van Financiën genomen door de Kamer van Koophandel. Diezelfde Kamer van Koophandel zal ook het bezwaar beoordelen en een uitspraak daarop doen.

Beroep en hoger beroep

Concreet wordt, net als met besluiten op grond van de WWFT het geval is, de rechtbank Rotterdam aangewezen als bevoegde rechter voor het indienen van beroep tegen een uitspraak op bezwaar. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wordt aangewezen als rechter in hoger beroep.

Ministerie van Financiën: Nota van wijziging Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies