Procesvrijstelling

Zelfstandige beroepsbeoefenaren die een cliënt vertegenwoordigen in een rechtsgeding zijn in dat geval vrijgesteld van de WWFT. Dat is geregeld in artikel 1a lid 5 WWFT. Met name advocaten, maar ook belastingadviseurs, en notarissen vallen weer dus onder het toepassingsgebied van de WWFT als zij voor hun cliënten werkzaamheden verrichten ter bepaling van diens rechtspositie, vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies in het kader van een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

Dit betekent dat in een dergelijk geval de instelling geen cliëntenonderzoek hoeft te verrichten en dus ook geen meldingsplicht heeft. Wel geldt voor notarissen de verplichting om bij het verlijden van de akte de verschijnende personen en getuigen te identificeren aan de hand van een document zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Wanneer advocaten een opdracht aanvaarden geldt de identificatieverplichting op grond van artikel 7 Verordening op de administratie en de financiële integriteit; de zogeheten ‘VODA’.

‘Bepaling van de rechtspositie’

‘Bepaling van de rechtspositie van de cliënt’ houdt in dat bepaald moet worden welke dienstverlening de cliënt van de belastingadviseur, advocaat of notaris verlangt. Het gaat erom dat wanneer bovengenoemde instellingen hun cliënt bijstaan in een juridische procedure – een procedure voor een rechter, niet een bezwaarschriftprocedure – de vertrouwelijkheid tussen de instelling en de cliënt een hogere prioriteit heeft dan het risico van witwassen en/of terrorismefinanciering. Met de zinsnede ‘bepalen van de rechtspositie’ wordt bedoeld dat de instelling zal bepalen welke vorm van dienstverlening de cliënt eigenlijk nodig heeft. Dit gebeurt doorgaans tijdens een verkennend gesprek. In die fase geldt de WWFT dus nog niet.