Verscherpt cliëntenonderzoek

In welke gevallen moet ik verscherpt cliëntenonderzoek verrichten?

Naar gelang het risico op witwassen of financieren van terrorisme hoger is, zal een verscherpt cliëntenonderzoek moeten plaatsvinden.

Volgens artikel 8 lid 1 WWFT moet een verscherpt onderzoek in elk geval plaatsvinden in de volgende gevallen:

  • Wanneer een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat
  • Wanneer de cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een hoogrisicoland buiten de EU

Risicofactoren voor hoger risico

Bij de beoordeling van het risico dient u rekening te houden met de in Bijlage III bij de vierde anti-witwasrichtlijn genoemde risicofactoren (artikel 8 lid 2 WWFT). In die bijlage staat een niet-limitatieve lijst van factoren en soorten bewijs van potentieel hoger risico. De lijst onderscheidt cliëntgebonden risicofactoren, risicofactoren die verband houden met het soort product of dienst en geografische risicofactoren.

Cliëntgebonden risicofactoren

  • de zakelijke relatie vindt in ongebruikelijke omstandigheden plaats
  • cliënten die inwoner zijn van geografische gebieden met een hoger risico als hieronder vermeld
  • rechtspersonen of juridische constructies die vehikels zijn voor het aanhouden van persoonlijke activa
  • vennootschappen met gevolmachtigde aandeelhouders of met aandelen aan toonder
  • bedrijven waar veel geldverkeer in contanten plaatsvindt
  • de eigendomsstructuur van de vennootschap lijkt ongebruikelijk of buitensporig complex gezien de aard van de vennootschapsactiviteit

Product-, dienst-, transactie- of leveringskanaalgebonden risicofactoren

  • private banking
  • producten of transacties die anonimiteit bevorderen
  • zakelijke relaties op afstand of transacties op afstand, zonder bepaalde garanties, zoals elektronische identificatiemiddelen of relevante vertrouwensdiensten zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 910/2014 of ieder andere identificatieproces dat veilig is, op afstand of langs elektronische weg plaatsvindt en door de relevante nationale autoriteiten is gereglementeerd, erkend, goedgekeurd of aanvaard
  • betalingen die worden ontvangen van onbekende of niet-verbonden derden
  • nieuwe producten en nieuwe zakelijke praktijken, daaronder begrepen nieuwe leveringsmechanismen, en het gebruik van nieuwe of in ontwikkeling zijnde technologieën voor zowel nieuwe als reeds bestaande producten
  • transacties in verband met aardolie, wapens, edele metalen, tabaksproducten, culturele kunstvoorwerpen en andere artikelen van archeologisch, historisch, cultureel en religieus belang of met grote wetenschappelijke waarde, alsook ivoor en beschermde soorten

Geografische risicofactoren

  • landen die worden aangemerkt als een land zonder effectieve AML/CFT-systemen
  • landen die significante niveaus van corruptie of andere criminele activiteit hebben
  • landen waarvoor sancties, embargo’s of soortgelijke maatregelen gelden die bijvoorbeeld door de Unie of de Verenigde Naties zijn uitgevaardigd
  • landen die financiering of ondersteuning verschaffen voor terroristische activiteiten, of op het grondgebied waarvan als terroristisch aangemerkte organisaties actief zijn

In welke situaties ook verscherpt cliëntenonderzoek?

Volgens artikel 8 lid 2 WWFT ook een verscherpt cliëntenonderzoek:

  • Wanneer sprake is van complexe en ongebruikelijke grote transacties of ongebruikelijke transactiepatronen zonder duidelijk economisch of rechtmatig doel (artikel 8 lid 3 WWFT)
  • Wanneer sprake is van een correspondentrelatie van een financiële onderneming (artikel 8 lid 4 WWFT)
  • Wanneer de cliënt of de UBO een PEP is (artikel 8 lid 5 WWFT)