Bewaarplicht bij ongebruikelijke transactie

Bewaren van gegevens met betrekking tot een ongebruikelijke transactie in de WWFT

Wanneer een instelling constateert dat bij een cliënt sprake is van een (voorgenomen) ongebruikelijke transactie dan zal het onverwijld moeten overgaan tot een melding bij het meldpunt voor ongebruikelijke transacties (FIU-Nederland). De instelling zal ingevolge artikel 16 lid 2 WWFT daartoe de volgende gegevens aan het meldpunt moeten verstrekken:

  • Identiteit van de cliënt en, voor zover mogelijk, de identiteit van degene voor wie de transactie wordt uitgevoerd
  • Aard en het nummer van het identiteitsbewijs van de cliënt
  • Aard, het tijdstip en de plaats van de transactie
  • Omvang en de bestemming en herkomst van de gelden, effecten, edele metalen of andere waarden die bij een transactie betrokken zijn
  • Omstandigheden op grond waarvan de transactie als ongebruikelijk wordt aangemerkt
  • Omschrijving van de desbetreffende zaken van grote waarde bij een transactie boven de € 10.000
  • Aanvullende, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, gegevens. Ten tijde van dit schrijven zijn er nog geen aanvullende regels vastgesteld.

Volgens artikel 34 WWFT zijn dit ook de gegevens die dienen te worden vastgelegd en gedurende vijf jaren na de transactie dienen te worden bewaard.

Nadere gegevens

Op grond van artikel 17 WWFT  kan het meldpunt nadere gegevens of inlichtingen vragen naar aanleiding van een ontvangen melding. Dit kan zij doen aan de instelling die de melding heeft verricht, maar ook aan een andere instelling die bij de transactie betrokken is. De instelling is verplicht deze gegevens aan het meldpunt te verstrekken. In spoedeisende gevallen mag de instelling dit mondeling doen. In de meeste gevallen gebeurt dit schriftelijk.

Wat onder ‘nadere gegevens of inlichtingen’ moet worden verstaan hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. Te denken valt aan het opvragen van gegevens over een buitenlandse rekening-courantverhouding of gegevens met betrekking tot een eerdere transactie.

De gegevens die de instelling met betrekking tot een ongebruikelijke transactie zal moeten verstrekken zijn omvangrijker dan de gegevens die de instelling met betrekking tot het cliëntenonderzoek moet vastleggen. De instelling bewaart de gegevens op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het doen van de melding. Ook hier is de instelling vrij in de keuze om zelf invulling aan de eis van toegankelijkheid te geven.