Kabinetsreactie Commissie Doorstroomvennootschappen

De belangrijkste punten voor de WWFT/AML-professional

De Commissie doorstroomvennootschappen (‘Ter Haar II’) leverde in oktober haar rapport af. Op 22 november stuurde het Kabinet zijn reactie, bezorgd door staatssecretaris Vijlbrief van Financiën. In dit artikel richten we ons op het onderdeel witwassen in het rapport.

In februari werd de Commissie doorstroomvennootschappen ingesteld, die onderzoek moest doen naar doorstroomvennootschappen, ofwel brievenbusfirma’s. Kort gezegd entiteiten die in Nederland zijn gevestigd maar hier geen ‘echte’ ondernemingsactiviteiten hebben. Ze worden vaak gebruik voor het in- en doorlenen van gelden, licentie- of houdsteractiviteiten. De commissie moest aandacht besteden aan fiscale factoren en niet-fiscale factoren die van invloed zijn op de aanwezigheid van doorstroomvennootschappen, alsmede de samenhang tussen belastingontwijking en witwassen.

Fiscale aanbevelingen

De aanbevelingen die de commissie doet zijn voor een belangrijk deel van fiscaaltechnische aard, zoals het schrappen van de safe harbour voor rente- en royaltydoorstromers (DVL’s), uitbreiding van de ‘Principle Purpose Test’ bij toepassing van belastingverdragen en uitbreiding van fiscale informatieuitwisseling.

‘Geen greep op witwassen’

Als redactie van RadarLaw zijn wij vanzelfsprekend vooral geïnteresseerd in de samenhang tussen belastingontwijking en witwassen. Helaas is nu juist de witwasspecialist in de commissie, prof.dr. Brigitte Unger, tussentijds teruggetreden omdat zij de focus van de commissie erg fiscaal gericht vond en er onvoldoende vertrouwen in had dat de commissie voldoende greep zou krijgen op het onderdeel witwassen van de opdracht, terwijl daar haar expertise ligt. Haar position paper is hier te lezen.

Aanbevelingen met betrekking tot witwassen

De commissie doet een aantal aanbevelingen voor aanvullende beleidsmaatregelen. Ten eerste betreft dit aandacht voor capaciteit voor de aanpak van illegale trustdienstverlening. Dit onderschrijft het kabinet. Onlangs heeft de minister van Financiën aanvullende maatregelen aangekondigd naar aanleiding van een onderzoek naar illegale trustdienstverlening in Nederland, waaronder in gesprek treden met Bureau Toezicht WWFT en DNB over de capaciteit van het toezicht.

Vervolgonderzoek relatie met witwassen

Ten tweede beveelt de commissie om een vervolgonderzoek naar de relatie tussen doorstroomvennootschappen, witwassen en belastingontduiking te laten doen door het Financieel Expertise Centrum (FEC). Het kabinet ondersteunt dit advies voor een verdiepingsslag en betrekt dit bij de lopende gesprekken met de partners bij het FEC. Ten derde doet de commissie de  aanbeveling om in te zetten op internationale samenwerking bij de aanpak van criminele doorstroom. Deze punten onderschrijft het Kabinet.

Transparantie en UBO-register

In het kader van de transparantie doet de commissie nog een aantal concrete aanbevelingen ten aanzien van het UBO-register:

  • Het Uitvoeringsbesluit Wwft voorziet erin dat in de situatie dat geen échte UBO is vastgesteld, het hoger leidinggevend personeel, als zogenaamde ‘pseudo-UBO’s’ kunnen worden aangemerkt. De commissie stelt voor de keuze voor de pseudo-UBO grondig te laten onderbouwen om te voorkomen dat te snel wordt teruggevallen op pseudo-UBO’s in het cliëntenonderzoek.
  • De commissie onderschrijft het belang van privacy van de UBO maar ziet toch ruimte voor verbetering. De commissie adviseert in dat kader systematische analyse van UBO-register mogelijk te maken voor het publiek (waaronder journalisten en andere onderzoekers). Verbetering van doorzoekbaarheid van de gegevens wordt genoemd alsmede het aanbieden van integrale databestanden. Ook kosteloze toegang tot het register of hooguit een kostendekkende bijdrage zouden kunnen bijdragen aan transparantie. Het vragen van een financiële bijdrage is door de Regering altijd genoemd als maatregel om privacy te bevorderen (Redactie).
  • Tot slot pleit de commissie voor wereldwijde invoering van UBO-registers met openbare informatie.

Omdat de regels rondom het vaststellen van de UBO gebaseerd zijn op Europese regelgeving wil het Kabinet deze punten beoordelen in relatie tot de nieuwe Europese wetgevingsvoorstellen, die de Europese Commissie afgelopen juli heeft gepresenteerd. De punten die de privacy van UBO’s raken worden geëvalueerd in 2023 en 2026.

Rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen, 31 oktober 2021

Kamerbrief kabinetsreactie rapport Commissie doorstroomvennootschappen, 22 november 2021