Spanningen bij toepassing WWFT – Antwoorden op Kamervragen

Hoekstra: ‘Geen sectoren categoraal uitsluiten van betalingsverkeer vanwege risico’s op witwassen in de sector’

De minister van Financiën Hoekstra heeft op 19 november 2021 vragen beantwoord van het kamerlid Grinwis (ChristenUnie) over de spanningen bij toepassing van de WWFT.

Er zijn vragen gesteld over een breed scala aan WWFT-onderwerpen. We lichten de belangrijkste punten eruit.

Coffeeshops

De minister gaan in op het spanningsveld tussen de WWFT-verplichtingen van banken en het gedoogbeleid voor coffeeshops. Het gedoogbeleid zorgt voor een zekere verwevenheid tussen onder- en bovenwereld (en dus grote kans op witwassen, Red.). Eerder werd ABN AMRO door de rechter verplicht een rekening te openen voor een coffeeshop. Naar aanleiding daarvan werden ook Kamervragen gesteld.

Zorgplicht banken

Volgens de minister is het steeds aan de WWFT-instelling, c.q. een bank, om de risico’s te beoordelen. Indien een bank een relatie wil beëindigen, kan de rechter dit toetsen met inachtneming van de zorgplicht die een bank heeft. Dat kan, zoals bij ABN AMRO, ertoe leiden dat de relatie moet worden voortgezet. Dreigt een bank vervolgens betrokken te worden in een misdrijf (overtreding van de WWFT), dan kan zij zich beroepen op een strafuitsluitingsgrond (artikel 43, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht; het uitvoering geven aan een ambtelijk gegeven bevel).

Geheimhoudingsplicht notarissen

Notarissen hebben geheimhoudingsplicht op grond van de Wet op het notarisambt, maar moeten op grond van de WWFT toch ongebruikelijke transacties melden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft de minister van Justitie en Veiligheid hierover een brief gestuurd. Op dit moment wordt in samenspraak tussen de betrokken brancheorganisaties, ministeries en toezichthouders de aard en omvang van deze problematiek geanalyseerd, evenals mogelijke oplossingen. De minister komen daar in een later stadium op terug.

‘Afscheid nemen’ van WWFT-instellingen

Een vraag is voorts in hoeverre van WWFT-instellingen worden verwacht dat zij afscheid nemen van klanten als deze klanten zelf ook rechtstreeks onder toezicht staan van wettelijke Wwft-toezichthouders? Volgens de minister maakt een WWFT-instelling haar eigen beoordeling van de risico’s en daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen cliënten die wel en cliënten die niet zelf zijn onderworpen aan de WWFT.

Ongewenste maatschappelijke gevolgen

Een aantal van de vragen ziet op de problematiek van de steeds grotere behoefte aan witwasbestrijding en welke gevolgen dat heeft voor WWFT-instellingen en hun cliënten. ‘Zou er bij de WWFT ook sprake kunnen zijn dat onder druk van een oververhitte behoefte aan witwasbestrijding, waarin elke vergissing al gauw als witwassen wordt gezien, WWFT-instellingen en hun klanten in de raderen van de uitvoering door de overheid en toezichthouders ten onrechte worden gebrandmerkt als overtreders?’ De minister benadrukt het belang van witwasbestrijding en vindt het belangrijk dat WWFT-verplichtingen uitvoerbaar zijn. Hij ziet dat personen en bedrijven geconfronteerd worden met strengere eisen vanuit banken dan voorheen. Hij vindt het belangrijk dat deze eisen niet tot maatschappelijk onwenselijke situaties leiden en personen onterecht de toegang tot het betalingsverkeer wordt ontzegd. Hij is hierover voortdurend in gesprek met de betrokken partijen (banken en toezichthouders).

Geen sectoren categoraal uitsluiten

De minister is voornemens om op korte termijn de Algemene leidraad ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme zo aan te passen dat duidelijk wordt dat het feit dat bepaalde typen cliënten of producten een inherent verhoogd risico met zich brengen, geen reden kan zijn om dit type cliënten categoraal te weigeren. Ook roept hij op tot overleg tussen betrokken sectoren en de banken.

Ministerie van Financiën: Antwoorden op Kamervragen over spanningen bij toepassing WWFT, 19 november 2021