Rabobank mag dienstverlening aan autohandelaar niet staken

Bank had cliëntenonderzoek moeten afronden

Rabobank zegt de relatie op met een groep bedrijven die handelt in auto’s waarbij contante betalingen plaatsvinden. De bank vindt dat zij hiervan op de hoogte had moeten zijn en zegt het vertrouwen in de relatie en daarmee de dienstverlening op. Als de accountant bereid is de legitimiteit te garanderen van alle transacties wil de bank eventueel op haar besluit terugkomen. De Rechtbank Amsterdam (kort geding) vindt het allemaal te ver gaan in het licht van de bancaire zorgplicht. Rabobank mag de relatie niet op deze manier beëindigen.

TGA is een groep van drie B.V.’s. De groep handelt onder meer in witgoed, elektronica en sanitair. Bij de Kamer van Koophandel is ook de SBI-code geregistreerd maar in 2018 deelt de groep aan de bank mee dat van autohandel in de praktijk geen sprake (meer) is.

Toch autohandel

In 2020 blijkt na onderzoek van de Rabobank dat toch weer sprake is van autohandel, waarbij de transacties deels in contanten worden afgehandeld. Op 30 november zegt de bank de relatie per 1 april 2021 op, ‘op grond van artikel 2.2 en 35 van de Algemene Bankvoorwaarden’. In de brief is vermeld dat sprake is van een vertrouwensbreuk, omdat TGA de kredietfaciliteit volgens Rabo oneigenlijk gebruikt, namelijk voor de autohandel, wat een hoger Wwft risico zou meebrengen ‘dan de risk appetite wenst en had kunnen voorzien’ en omdat bij TGA veel contante stortingen plaatsvinden. Er wordt gewezen op de WWFT en gezien de vertrouwensbreuk wil de bank TGA niet meer de kans geven om in het kader van het cliëntenonderzoek nadere informatie met betrekking tot de transacties te verstrekken.

Zorgplicht

TGA reageert bij monde van haar advocaat dit in strijd is met de zorgplicht van de bank. Daarnaast stelt TGA dat de autohandel een bekende activiteit was en dat contante betalingen, ook in grote coupures, niet illegaal zijn. Ook hebben zich geen incidenten voorgedaan die wijzen op criminele activiteiten.

Verklaring accountant

Rabobank deelt mee haar besluit eventueel te zullen heroverwegen, als ‘een registeraccountant ten aanzien van alle drie de vennootschappen schriftelijk en zonder voorbehoud verklaart dat hij vertrouwen in het bedrijfsmodel en de legitimiteit van alle transacties van TGA heeft’. De opzegging wordt tijdelijk opgeschort.

Kort geding

TGA stapt naar de kortgedingrechter en eist dat Rabobank de bancaire diensten onverkort moet blijven verlenen. De rechtbank overweegt dat de opzeggingsbevoegdheid van de bank niet onbegrensd is en dat een opzegging moet worden beoordeeld tegen de achtergrond van de bancaire zorgplicht. De WWFT (artikel 5 lid 3 WWFT) verplicht de bank tot het opzeggen van een zakelijke relatie wanneer er een vermoeden bestaat van witwassen, maar daar moeten wel aanwijzingen voor zijn.

Geen incidenten

Rabo is niet met TGA in gesprek gegaan, maar heeft, zonder TGA in een eerder stadium om opheldering te vragen of wederhoor toe te passen, zonder meer geoordeeld dat, naast en in het licht van de autohandel, de cash betalingen voor haar problematisch waren. In de gegeven omstandigheden was dat echter niet gerechtvaardigd, nu de bank geen enkel concreet voorbeeld heeft genoemd van een of meer specifieke betaling(en) waarvan de herkomst onduidelijk zou zijn.

Eis accountantsverklaring gaat te ver

Rabobank stelt dat TGA het vertrouwen geschonden heeft door de bank op het verkeerde been te zetten inzake de autohandel. Daar gaat de rechtbank niet in mee. TGA had zich niet actiever hoeven op te stellen aangezien de autohandel en de cash betalingen, die ongeveer 10% uitmaakten, legitiem waren. Rabobank heeft nooit duidelijk gemaakt dat dit punt voor haar essentieel was voor het aangaan of voortzetten van de dienstverlening. Rabobank had onderzoek kunnen doen, waaraan TGA wilde meewerken, maar heeft in plaats daarvan TGA op onaanvaardbare wijze klem gezet door de eis stellen dat de accountant zonder enig voorbehoud volledig zijn hand in het vuur steekt voor TGA. De accountant ‘heeft in dit verband opgemerkt voor geen enkele klant bereid te zijn een dermate vergaande verklaring af te leggen, en dat geldt vermoedelijk voor de meeste accountants’.

Geen grond voor opzeggen relatie

Al met al oordeelt dat Rabobank geen goede reden had voor het opzeggen van de bancaire relatie. Daartegenover staat het grote belang van TGA bij het voortzetten daarvan. Het is aannemelijk dat TGA substantiële problemen zal ondervinden bij het aanvragen van een vergelijkbaar pakket bij een andere bank, aangezien zij gehouden is aan de nieuwe bank mee te delen dat de relatie bij Rabo is opgezegd omdat TGA haar verplichtingen zou hebben geschonden en een (te) groot risico zou vormen met het oog op de WWFT. Daarmee is de opzegging, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en niet in overeenstemming met de voor Rabo geldende zorgplicht.

Rechtbank Amsterdam (kort geding) 19 augustus 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:4343