Opzegging bankrelatie Rabobank met groep medische bedrijven terecht

Vragen over herkomst van vermogen in het kader van de WWFT kunnen niet worden afgedaan met jaarrekeningen

Rabobank zegt rekeningen-courant en kredietverstrekking met Polikliniek Holding op. Gerechtshof Amsterdam oordeelt in kort geding dat de bank voldoende gelegenheid heeft geboden om duidelijkheid te verschaffen over de herkomst van het vermogen van de aandeelhouder. Een ‘attestatie’ van de accountant, die verwijst naar eerdere samenstelverklaringen, is daarvoor niet voldoende.

Polikliniek Holding is aandeelhouder van een aantal ondernemingen, waaronder een ooglaserkliniek en een haartransplantatiekliniek. De groep bankiert bij de Rabobank. Er zijn diverse rekeningen-courant en er wordt krediet verstrekt. In augustus 2019 vindt in het kader van cliëntonderzoek een gesprek plaats tussen de directie en de Rabobank waarin onder meer vragen worden gesteld over een betaling uit Rusland, mogelijke transacties met Syrië, (veel) contante betalingen en de herkomst van het vermogen van de aandeelhouder van Polikliniek Holding, MMC.

Diverse stukken gevraagd

Na het gesprek wordt Polikliniek Holding in de gelegenheid gesteld diverse stukken te overleggen, zoals onderliggende facturen met betrekking tot contante stortingen, leningsovereenkomsten tussen MCC en Polikliniek Holding en tussen groepsmaatschappijen onderling, de meest recente jaarcijfers van de groep, een organogram van de groep en een UBO formulier.

Herkomst vermogen

Op 30 december 2019 zegt de Rabobank per 1 maart 2020 de bancaire relatie met de groep op. Als opzeggingsgronden worden genoemd dat het klantbeeld van genoemde vennootschappen onvolledig is omdat de herkomst van de financiële middelen afkomstig van MCC niet is onderbouwd met een verklaring van de accountant en dat Rabobank niet heeft kunnen uitsluiten dat MCC en (indirect) Polikliniek Holding c.s. handelen met sanctielanden.

Onvolledig klantbeeld

Polikliniek Holding maakt bezwaar en krijgt van de Rabobank nogmaals de kans om informatie aan te leveren. Polikliniek Holding verwijst naar de accountant, die op 26 maart 2020 een ‘attestatie’ stuurt waarin wordt verwezen naar de jaarrekeningen van 2016 t/m 2019 en de samenstelverklaringen. Op 29 mei 2020 besluit Rabobank met een beroep op onder andere artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden de bancaire relatie met Polikliniek Holding c.s. per 29 juli 2020 op te zeggen. Rabobank heeft geen nieuwe informatie ontvangen en er is nog steeds een onvolledig klantbeeld.

Laatste mogelijkheid

Nadat Polikliniek Holding opnieuw bezwaar maakt wordt uit coulance een laatste mogelijkheid gegeven om informatie aan te leveren maar ook dat leidt niet tot een ander besluit van de Rabobank.

Kort geding

Polikliniek Holding spant een kort geding aan bij de voorzieningenrechter in Amsterdam en eist dat de bankrelatie, waaronder de kredietverlening, wordt voortgezet. De Rechtbank wijst die vordering gaf, waarna Polikliniek Holding in hoger beroep gaat bij het Gerechtshof Amsterdam (kort geding).

Gerechtshof: beëindiging niet onaanvaardbaar

Na afweging van de feiten oordeelt het Hof dat Rabobank geen antwoord heeft gekregen op relevante vragen die zij mocht stellen aan Polikliniek Holding c.s., terwijl de achtergrond van het stellen van die vragen is meegedeeld en Polikliniek Holding c.s. voldoende tijd hebben gekregen de gevraagde informatie te leveren. Daarom had Rabobank voldoende reden had de cliëntrelatie met Polikliniek Holding c.s. te beëindigen, op grond van artikel 35 ABV en eveneens op grond van artikel 5 lid 3 WWFT, en die beëindiging is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.

Geen inzicht in herkomst van vermogen

De ‘attestatie’ van de accountant gaf geen inzicht in de herkomst van het vermogen van de aandeelhouder MCC en ook een verklaring van de Belgische belastingdienst gaf daar geen duidelijkheid over. Polikliniek Holding had voldoende gelegenheid om de gevraagde informatie te verschaffen en had daar andere wegen voor moeten bewandelen.

Zwaarwegend belang

Dat Polikliniek Holding een zwaarwegend belang zegt te hebben bij het voortzetten van de bankrelatie, mag niet baten. De groep heeft afwijzingen van onder meer de Volksbank ontvangen voor het openen van een nieuwe bankrekening en ook Triodos Bank heeft aangekondigd de relatie te willen beëindigen.

Gerechtshof Amsterdam 27 juli 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2316