Makelaarsland mag overeenkomst opzeggen bij weigering verificatie voor WWFT-doeleinden

Weigering medewerking vastlegging gegevens voor WWFT is grond voor opzegging

Een makelaar dient op grond van de WWFT bij het aangaan van een bemiddelingsovereenkomst tot identificatie, verificatie en vastlegging van de desbetreffende gegevens over te gaan. Bij een lang lopende bemiddelingsopdracht is de makelaar wettelijk verplicht om nogmaals tot verificatie en vastlegging over te gaan. Indien een cliënt weigert hieraan medewerking te verlenen is de makelaar gerechtigd om na een redelijk aantal pogingen om de cliënt hierbij tegemoet te komen de overeenkomst op te zeggen. Zo volgde uit een hoger beroepszaak bij het Gerechtshof Amsterdam.

In 2007 had een man met Makelaarsland een bemiddelingsovereenkomst gesloten op grond waarvan Makelaarsland diensten ging verlenen ten behoeve van de verkoop van de aan en zijn partner in eigendom toebehorende woning. Makelaarsland verzocht in 2019 de man om een kopie legitimatiebewijs van de man en zijn partner ingevolge artikel 33 WWFT toe te sturen. De man weigerde een kopie legitimatiebewijs te verstrekken of vastlegging van gegevens daaruit mogelijk te maken, met als reden dat de identificatie ten tijde van het aangaan van de overeenkomst al had plaatsgevonden en in zijn geval een vereenvoudigd cliëntenonderzoek ex artikel 6 WWFT volstond.

Tegemoetkoming

Makelaarsland bood aan om bij de man langs te gaan om de bedoelde gegevens vast te leggen, maar daarop werd niet gereageerd. Op grond van deze radiostilte en na de waarschuwing dat bij achterwege blijven van de identificatie de overeenkomst ingevolge artikel 5 WWFT zou worden opgezegd beëindigde Makelaarsland de opdracht per direct. De man stelde Makelaarsland aansprakelijk voor de schade van de opzegging.

Procedure in eerste aanleg: opzegging terecht

De rechtbank wees de vordering van de man af, omdat de man tegenover de uitgebreide uiteenzettingen van Makelaarsland in de correspondentie over haar verplichtingen op grond van de WWFT onvoldoende gemotiveerde stellingen innam waaruit zou kunnen volgen dat Makelaarsland niet gerechtigd was de overeenkomst op te zeggen.

Hoger beroep: cliënt die verificatie en vastlegging weigert moet gevolgen accepteren

In hoger beroep lag de vraag aan het hof voor of in het licht van de geldende WWFT-regels een goede grond bestond voor de opzegging van de overeenkomst door Makelaarsland. De man stelde dat de WWFT niet van toepassing was op de opdracht, omdat de diensten van de makelaar niet eerder gingen dan het plaatsen van een online advertentie. Voorts was volgens de man sprake van een laag risico gezien de risicofactoren in bijlage II bij de Vierde Anti-witwasrichtlijn op grond waarvan identificatie en verificatie achterwege konden blijven.

Identificatie en verificatie is verplicht volgens de WWFT

Het Hof oordeelde dat ook bij vereenvoudigd cliëntenonderzoek ingevolge artikel 6 WWFT en 16 WWFT vooraf identificatie en verificatie dient plaats te vinden om later – indien aan de orde – een melding van een ongebruikelijke transactie te kunnen doen.

Vastlegging gegevens en heridentificatie verplicht volgens de WWFT

Tevens oordeelde het Hof dat mogelijk in 2007 de man zich al had gelegitimeerd, maar nergens bleek uit dat de gegevens uit het paspoort waren vastgelegd. Bovendien moest Makelaarsland na 12 jaar de identificatie en verificatie op grond van artikel 3 WWFT nogmaals verrichten. Hoewel Makelaarsland zoals de man stelde de identificatie en verificatie eerder had mogen verrichten dient te worden vastgesteld dat de man te allen tijde gehouden was om aan identificatie en verificatie mee te werken. Nu de man stelde bereid te zijn om mee te werken aan verificatie en vastlegging, maar nooit enige bereidwilligheid toonde richting Makelaarsland, had Makelaarsland op goede gronden de overeenkomst opgezegd.

Gerechtshof Amsterdam, 8 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:301