ING moet relatie met Viruswaarheid voortzetten

WWFT-transactiemonitoring leidt tot opzegging bankrelatie Viruswaarheid

ING mag de bankrelatie met Viruswaarheid niet beëindigen van de rechter in kort geding. Viruswaarheid verricht geen activiteiten waarvoor indicaties voor witwassen en andere criminele activiteiten zijn en het maatschappelijke belang van het hebben van een bankrekening voor een van donaties afhankelijke stichting weegt zwaarder dan dat van de contractsvrijheid van de bank.

De cliënt van ING is een stichting ter stimulering van het dansonderwijs (hierna: dansstichting). Op de bankrekening ontvangt de stichting donaties voor de door de oprichter/bestuurder (hierna: bestuurder) van de dansstichting aangekondigde rechtszaak tegen de door de Staat aangekondigde coronamaatregelen. De bestuurder richt op 11 juni 2020 stichting Viruswaarheid (hierna: Viruswaarheid) op. Direct na oprichting verzoekt de bestuurder de ING om de bankrekening van de dansstichting om te zetten naar Viruswaarheid. Op 26 juni 2020 vraagt hij een zakelijke rekening aan voor Viruswaarheid.

Cliëntenonderzoek

ING stuurt daarop een vragenlijst in het kader van de WFT en WWFT om het klantprofiel op te stellen. Op 10 september 2020 vraagt ING naar aanleiding van de ingevulde vragenlijst de bestuurder naar de donaties voor Viruswaarheid op de bankrekening van de dansstichting en een overboeking zijnde een lening van € 50.000 voor grond in Spanje. ING deelt tot slot mede dat de rekening niet wordt overgezet. Diezelfde dag antwoordt de bestuurder dat het wenselijk is de gelden voor Viruswaarheid op een bankrekening ten name van Viruswaarheid te hebben. De desbetreffende leningsovereenkomst wordt niet overgelegd.

Opzegging door ING

Op 7 oktober 2020 deelt de bestuurder ING mede dat de dansstichting en Viruswaarheid zijn gefuseerd, waardoor Viruswaarheid van rechtswege gekoppeld werd aan de bankrekening. Het cliëntonderzoek is nog gaande. Op 27 november 2020 zegt ING de bankrelatie met Viruswaarheid op tegen 27 februari 2021 vanwege het niet-overleggen van de leningsovereenkomst en de in strijd met de bankvoorwaarden ontvangen donaties, besteding daarvan en de als gevolg van de fusie plaatsgevonden statutenwijziging. ING heft de bankrekening op en het saldo wordt op een tussenrekening van de ING gezet, waardoor Viruswaarheid niet over haar geld kan beschikken. Op 1 september 2021 beëindigt de ING de bankrelatie per 4 oktober 2021 onder verwijzing naar de opzegging van 27 november 2020. Viruswaarheid eist in kort geding voortzetting van de bancaire relatie en terbeschikkingstelling van de bankrekening.

Rechtsgeldige opzegging sluit aanbieding bankrekening niet uit

De rechter in kort geding overweegt dat de vraag aan de orde is of de bodemrechter zal oordelen dat ING gebruik mocht maken van haar bevoegdheid om de bankrelatie met Viruswaarheid te beëindigen. De omstandigheid dat deze relatie rechtsgeldig kon worden beëindigd sluit echter niet uit dat de bodemrechter zal oordelen dat ING toch gehouden is om Viruswaarheid een bankrekening aan te bieden.

Contractsvrijheid begrensd door maatschappelijk belang bankrekening

De rechter in kort geding oordeelt dat het belang van Viruswaarheid om over en bankrekening te kunnen blijven beschikken zwaarder weegt dan het belang van ING bij het thans beëindigen van de bankrelatie. Viruswaarheid verricht legale activiteiten waarvoor geen aanwijzingen voor witwassen of andere criminele activiteiten zijn. Daarnaast is het niet mogelijk om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen de doelomschrijving te realiseren als men niet kan beschikken over een bankrekening en dus geen donaties kan ontvangen. Op basis hiervan dient het recht op contractsvrijheid van ING om een bankrelatie met een rechtspersoon als Viruswaarheid aan te gaan hier te worden begrensd.

Viruswaarheid moet zich aan de bankvoorwaarden en houden

Van ING kan daarom worden verlangd dat de bankrelatie wordt voortgezet voor de duur van de bodemprocedure in eerste aanleg. Dit alles onder de voorwaarden dat Viruswaarheid zich aan de bankvoorwaarden en de WWFT en WFT houdt en daarnaast voortvarend procedeert in de bodemprocedure.

Rechtbank Amsterdam, kort geding, 7 oktober 2021 ECLI:NL:RBAMS:2021:5662