Hoe is de rechtsgang bij WWFT-besluiten?

Bevoegdheid en expertise in de WWFT is geconcentreerd

De WWFT kent een specifieke rechtsgang. Dat heeft te maken met de twee rechterlijke instanties die in beroep en in hoger beroep oordelen. Die hebben de bevoegdheid maar ook de expertise om in WWFT-zaken recht te spreken. De wijze waarop geprocedeerd wordt is niet anders dan in het ‘gewone’ bestuursrecht en is te vinden in hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Op grond van de WWFT kunnen toezichthouders verschillende besluiten nemen, zoals een last onder dwangsom (artikel 29 WWFT) of een boete (artikel 30 WWFT).

Tegen die besluiten staat bezwaar en beroep open.

Besluiten toezichthouders

Zoals gebruikelijk in het bestuursrecht moet tegen een besluit in eerste instantie bezwaar worden gemaakt bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. De toezichthouder dus. Dit bepaalt artikel 6:4 Algemene wet bestuursrecht.

Beroep bij de Rechtbank Rotterdam

Tegen een uitspraak op bezwaar van een toezichthouder is beroep bij de rechter mogelijk. Op grond artikel 7 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak is dat altijd de Rechtbank Rotterdam.

Hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Vervolgens staat tegen de uitspraak van de rechtbank nog eens hoger beroep open. Op grond van artikel 11 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak is dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB).

Geen cassatie

Tegen de uitspraak in hoger beroep van het CBB is geen beroep in cassatie mogelijk.

Tuchtrecht

De toezichthouder kan er ook voor kiezen om een klacht in te dienen bij de tuchtrechter, indien er tuchtrecht van toepassing is.