‘Het huidige UBO-register voldoet nog niet’

Paul Vlaanderen (Transparency International): ‘Als het doel onzichtbaarheid is, dan is transparantie het wapen’

Onlangs bracht de Commissie Doorstroomvennootschappen haar rapport uit. Daarin doet de commissie concrete aanbevelingen ten aanzien van het UBO-register. Dat moet transparanter volgens de commissie. RadarLaw had een gesprek met Paul Vlaanderen van Transparency International Nederland. Hij zit op dezelfde lijn. ‘Natuurlijk zijn er privacy issues, daar kunnen we over meedenken. Maar het huidige UBO-register voldoet nog niet om witwassen echt aan te pakken’.

Paul Vlaanderen weet waar hij over praat als het gaat om witwassen en internationale fiscaliteit. Als ambtenaar bij het ministerie van Financiën onderhandelde hij over belastingverdragen en overlegde hij met multinationals, banken en buitenlandse belastingautoriteiten. Hij werkte jarenlang bij de OECD en was voorzitter van de FATF, de intergouvernementele task force die zich bezighoudt met de bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme. Tegenwoordig is hij (onbezoldigd) voorzitter van de Nederlandse tak van Transparency International, de NGO die zich inzet voor corruptiebestrijding. ‘Nederland heeft vanwege haar positie als één van de belangrijke financiële centra in de wereld een bijzondere verantwoordelijkheid op het gebied van corruptiebestrijding en het tegengaan van misdrijven zoals witwassen, belastingontduiking, illegale belangenverstrengeling en fraude. Niet één maatregel, één instelling of één land kan corruptie of witwassen oplossen. Het betreft immers complexe, grensoverschrijdende en omvangrijk problemen die alleen door gedegen regelgeving, goede samenwerking en stevige handhaving bestreden kunnen worden.’

Wat maakt dat een UBO-register zo belangrijk is in de bestrijding van witwassen?

‘Een gemeenschappelijk doel van (drugs)criminelen, belastingontduikers en witwassers is de wens om onzichtbaar te zijn. Vooral ook financieel. Cash en cryptotransacties, bankrekeningen en transacties op de naam van vage bedrijfjes in verre oorden horen tot de instrumenten die deze wetsontduikers gebruiken. Transparantie en zichtbaarheid zijn cruciaal om de geldstromen te definiëren en de achterliggende partijen of individuen te traceren en te volgen. Banken, opsporingsautoriteiten maar ook onderzoeksjournalisten moeten toegang hebben tot informatie om hun werk te kunnen doen. Panama Papers en Pandora Papers e.a. hebben al aangetoond wat het belang daarvan kan zijn. En een effectief en functioneel UBO-register is een vitaal onderdeel van de oplossing; meer transparantie over de identiteit van uiteindelijk belanghebbenden. Als het doel onzichtbaarheid is, dan is transparantie het wapen.’

Er is weerstand tegen het UBO-register. Mensen zijn bang voor inbraak, afpersing, ontvoering, de veiligheid van van hun kinderen. Teveel transparantie geeft mensen een onveilig gevoel.

‘Natuurlijk zijn er privacy issues. Die zijn zeker belangrijk. Maar privacy-zorgen mogen geen schaamlap zijn voor pogingen om de bedoeling van het UBO register te ondergraven. De rechter heeft dat inmiddels erkent in zijn oordeel over de claim van Privacy First; de rechtszaak werd in het voordeel van het register beslecht.’

Bevoegde autoriteiten zoals de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie kunnen nu al meer informatie uit het UBO-register halen dan burgers. Is dat niet voldoende?

‘Dat is maar een eerste stap; zoals het nu is ingericht voldoet het register nog niet. Slechts een deel van het register is openbaar toegankelijk. Dit deel is voor derden zoals onderzoeksjournalisten en het maatschappelijk middenveld, maar ook meldingsplichtige instellingen zoals banken en verzekeraars, enkel doorzoekbaar op naam van de onderneming of rechtspersoon en niet op naam van de UBO. Zij kunnen dus alleen opzoeken wie de UBO van een bepaalde BV maar krijgen dan niet het overzicht. Bovendien is er een financiële barrière die knelt door de gekozen onderzoeksmethode.’

Dit heeft de wetgever uitdrukkelijk zo gewild met het oog op de privacy.

‘Het is een te beperkte opzet en dus onwenselijk. Openheid over wie de UBO is geeft duidelijkheid aan de markt, beleggers, investeerders en andere bedrijven en consumenten over met wie ze daadwerkelijk zakendoen. Onderzoek door partijen anders dan de bevoegde autoriteiten helpt om misstanden aan het licht te brengen en overtreders te identificeren; daar zijn inmiddels veel voorbeelden van.’

Dus het UBO-register moet volledig openbaar?

‘Een accuraat, volledig en openbaar UBO-register versterkt het vertrouwen en is een essentieel onderdeel van een robuust en effectief beleid tegen financiële wantoestanden. Het legt ingewikkelde structuren en de herkomst en bestemming van geldstromen bloot, evenals de actoren erachter. Uiteindelijk is een echt openbaar register (gratis toegankelijk, accuraat, volledig en herbruikbaar) beter voor de markt, voor het publiek en voor onze veiligheid.’

De Commissie Doorstroomvennootschappen pleit ook voor een internationaal register. Ziet u dat voor u?

‘Als Nederland beschikt over een effectief register moeten we over de grens gaan. Een sluitend geheel van registers op internationaal niveau is van belang om misbruik van verschillen tussen landen te elimineren; criminaliteit kent geen grenzen. De UBO-gegevens moeten door onderlinge samenwerking tussen de landen toegankelijk zijn. Voor de effectieve samenwerking is wel vereist dat de landen de registers actueel, accuraat en volledig houden. EU landen kunnen hierbij al het voortouw nemen. FATF kan een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van een wereldwijde standaard op het gebied van UBO-transparantie; het gebruik van een meer uniforme standaard zal de effectiviteit van het instrument UBO sterk kunnen vergroten.’

Philip Ruys