Geen beperking op bankrekening door gewijzigde risk appetite Rabobank

Kortgedingrechter vindt opgelegde beheersmaatregelen in het kader van WWFT te ver gaan

Een bank kan niet zomaar een verregaande beperking ten aanzien van de bankrekening van een cliënt opleggen vanwege signalen uit de pers, die niet op solide grondslagen zijn onderbouwd. Zo blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter van Rechtbank Oost-Brabant.

Een bv hield zich bezig met de internationale handel in vleesproducten met landen in Afrika. Elk jaar gaf de bv aan Rabobank op met welke landen werd gehandeld. Eind 2012 stelde Rabobank vragen over een geblokkeerde betaling van $ 1.000.000 aan een US leverancier, die mogelijk op de Amerikaanse sanctielijst van het ‘Office of Foreign Assets Control’ (OFAC) stond. Na het verstrekken van gegevens werd de betaling alsnog uitgevoerd. In 2021 verscheen een krantenartikel, waarin stond dat de bv betrokken zou zijn bij transacties met bedrijven van iemand, die op de Amerikaanse sanctielijst stond wegens vermeende terrorismefinanciering.

Beheersmaatregel

Rabobank deelde de bv mede de bankrelatie alleen te continueren als de bv meewerkte aan cliëntenonderzoek, rectificatie eiste van de krant en de FIOD om een onderzoek verzocht. De bv gaf hieraan gevolg, maar Rabobank was niet tevreden met de uitgevoerde acties. Rabobank concludeerde vervolgens dat zij aan te grote risico’s van witwassen en internationale sancties werd blootgesteld en besloot in het kader van de WWFT internationale zakelijke transacties en transacties gerelateerd met voedsel niet te faciliteren op de bankrekening van de bv.

Rechter in kort geding: te zware beheersmaatregel voor gewijzigde risk appetite bank

De bv vorderde in kort geding opheffing van deze beheersmaatregel. De rechtbank oordeelt dat Rabobank niet aannemelijk maakt dat zij een onaanvaardbaar risico loopt bij ongewijzigde voortzetting van de bankrelatie. Rabobank baseerde zich geheel op signalen uit de krant. Voor zover Rabobank al een belang heeft om beheersmaatregelen te nemen om banktransacties van de bv in overeenstemming te brengen met haar gewijzigde risk appetite, geldt dat Rabobank niet aannemelijk maakt dat zij niet kon volstaan met minder verstrekkende beheersmaatregelen. Slotsom is dat de bodemrechter zal oordelen dat het besluit van Rabobank om de bv de beheersmaatregel op te leggen, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Rechtbank Oost-Brabant (kort geding) 8 augustus 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:3348