Beheer door advocaat van gelden afkomstig uit Kaaimaneilanden en Britse Maagdeneilanden is een ongebruikelijke transactie

Beheer van gelden bedoeld voor procesfinanciering is een WWFT-dienst – geen procesvrijstelling

De Amsterdamse Raad van Discipline heeft een advocaat onvoorwaardelijk voor 16 weken geschorst voor onder meer het schenden diverse bepalingen van de WWFT. De advocaat werd ingehuurd om tegen vergoeding gelden te beheren en had de dienstverlening ten onrechte niet aangemerkt als een dienst waarop de WWFT van toepassing was. Gezien de herkomst van de gelden; de Kaaimaneilanden en de Britse Maagdeneilanden, was het beheer ervan bovendien een ongebruikelijke transactie die gemeld had moeten worden.

Advocaat X wordt ingehuurd voor het beheer van gelden op de derdenrekening. Het geld – 1,2 miljoen euro –  is bedoeld voor financiering van procedures waarvoor advocatenkantoor Jones Day is ingeschakeld. Jones Day wil het geld zelf niet beheren. X dus wel, tegen een vergoeding van € 10.000 per jaar. Er worden een ‘Undertaking Agreement’ en een ‘Funding Agreement’ gesloten, waarin regels worden vastgelegd rondom de uitbetaling. Wanneer een van de betrokken partijen gaat procederen tegen X vanwege overtreding van deze afspraken en in dat kader conservatoir beslag wil leggen, meldt de daarvoor ingehuurde advocaat dit bij de Deken.

Dekenklacht

De deken dient vervolgens een klacht in omdat naar zijn mening het kantoor van X ernstig is tekortgeschoten bij de inrichting van het systeem rond de derdengeldenrekening, onder meer door geen dubbele fiattering en zelfs geen intern tweehandtekeningensysteem te hanteren. Daarnaast verwijt de deken X dat hij heeft gehandeld in strijd met de WWFT.

Beheer van geld is WWFT-dienst

De Raad van Discipline oordeelt als volgt: de Undertaking Agreement voorziet in het door de praktijkvennootschap beroeps- of bedrijfsmatig bijstand verlenen bij het beheren van geld. De advocaat wordt daardoor aangemerkt een instelling in de zin van de WWFT. (Artikel 1a lid 4 c, onder 1, onder ii WWFT). Op de dienst is de WWFT van toepassing. X is weliswaar advocaat, maar op deze dienst is de procesvrijstelling van artikel 1a lid 5 WWFT niet van toepassing. X had hiervan bij de ondertekening van de Undertaking Agreement op de hoogte moeten zijn en daarom treft hem een verwijt. Het bezwaar van de deken wordt op dit punt gegrond verklaard.

Ongebruikelijke transactie

Volgens het Uitvoeringsbesluit WWFT is een van de indicatoren voor een ongebruikelijke transactie in de zin van de WWFT: ‘Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme, een transactie van of ten behoeve van een (rechts)persoon die woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een staat die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie is aangewezen als een staat met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme’. Bij de Undertaking Agreement waren partijen betrokken die waren opgericht en/of gevestigd op de Kaaimaneilanden en de Britse Maagdeneilanden. Volgens de Raad van Discipline is algemeen bekend dat de financiële systemen op deze eilanden een discutabele reputatie hebben. Daarom was er voor X aanleiding om te veronderstellen dat de Undertaking Agreement en zijn rol bij het doen van betalingen, verband kon houden met witwassen of financieren van terrorisme. X had dus een melding moeten verrichten. Ook op dit punt wordt de deken in het gelijk gesteld.

Raad van Discipline Amsterdam 26 juli 2021, ECLI:NL:TADRAMS:2021:173