Beëindiging bankrelatie door SNS was rechtmatig

Volgens het gerechtshof weegt nakoming van de WWFT zwaarder dan het belang bij een bankrekening

SNS zegt na een uitgebreid cliëntenonderzoek de bankrelatie met een handelaar in prepaidkaarten op. Volgens de rechter in hoger beroep (kort geding) is dat rechtmatig. Cliënt is voldoende in de gelegenheid gesteld vragen te beantwoorden. Het belang bij het naleven van de WWFT door de bank weegt in dit geval zwaarder dan het belang van de cliënt bij een bankrekening.

Suntel is een groothandel en online-retailer van prepaidkaarten voor zowel zakelijke als particuliere klanten. Op 17 augustus 2011 heeft Suntel een zaken- en spaarrekening geopend bij SNS. Vanaf 2013 is Suntel bij de veiligheidsafdeling van SNS in beeld.

Intensief cliëntenonderzoek

Sindsdien is SNS met toenemende intensiteit cliëntenonderzoek gaan doen bij Suntel. In 2016 worden in dat kader een aantal afspraken gemaakt omtrent inzage in de administratie en het aannemen van contante betalingen. Van 2017 t/m 2020 worden er door SNS telkens aanvullende vragen gesteld aan Suntel (al dan niet naar aanleiding van transactiemonitoring). Op 30 juni 2020 heeft SNS voor het eerst de bankrelatie met Suntel opgezegd, omdat SNS geen volledige beantwoording van haar vragen ontving van Suntel. Nadien heeft Suntel toch de vragen van SNS beantwoord en zijn partijen met elkaar doorgegaan.

SNS beëindigt relatie

Vervolgens worden opnieuw vragen gesteld, waar Suntel niet volledig en/of niet binnen de gestelde termijn antwoord op gaf. Uiteindelijk besluit SNS met onderbouwing de bankrelatie te beëindigen.

Kort geding

Suntel eist in kort geding herstel en voortzetting van de bankrelatie met SNS. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de bankrelatie 30 dagen moest worden voortgezet om Suntel de gelegenheid te geven elders een bankrelatie aan te gaan en de vorderingen voor het overige afgewezen, met veroordeling van Suntel in de proceskosten. Hiervan is Suntel in hoger beroep gegaan.

Beëindiging bankrelatie in strijd met zorgplicht?

Volgens Suntel is de beëindiging van de bankrelatie in strijd met de zorgplicht van SNS. De termijnen die SNS hanteerde waren bijvoorbeeld niet redelijk. Het Hof oordeelt hierover dat  de lengte van de termijnen waarbinnen Suntel moest antwoorden weliswaar kort waren, maar daar staat tegenover dat het gaat om herhaalde vragen en uitgestelde beantwoording, welke in totaal uiteindelijk een periode van 1,5 jaar in beslag namen. Om die reden acht het hof de gestelde termijnen – alles bij elkaar genomen – niet te kort.

SNS bleef vragen stellen

Suntel klaagt erover dat SNS telkens opnieuw vragen bleef stellen. Het hof is van oordeel dat de antwoorden van Suntel diverse inconsistenties en onvolledigheden bevatten, die terecht tot nieuwe vragen aanleiding hebben gegeven. SNS kon daardoor niet anders dan vragen blijven stellen, om aan haar verplichtingen in het kader van de WWFT te voldoen.

Beëindiging bankrelatie geoorloofd

Ook andere grieven van Suntel worden afgewezen. Het Hof oordeelt dat het beëindigen van de bankrelatie weliswaar een ingrijpend middel is, maar in dit geval geoorloofd. Tegenover het belang van Suntel bij een bankrekening, staat het belang van SNS om te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving omtrent cliëntenonderzoek en de mogelijke dreiging die daarvan uitgaat voor een eigen overtreding door SNS van de WWFT. SNS heeft voldoende coulance betracht en Suntel heeft zich niet voldoende ingespannen om elders een bankrekening te openen. Ook heeft Suntel haar leven niet gebeterd ten aanzien van de informatieverschaffing aan SNS.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (kort geding), 4 april 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:2602