ANALYSE – EU Hof van Justitie: openbaarheid UBO-register is ongeldig

EU Anti-witwasrichtlijn

UBO-register tijdelijk niet te raadplegen 

Het EU Hof van Justitie heeft de vrije toegang tot het UBO-register ongeldig verklaard. Volgens het Hof is dat een disproportionele inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens. De KvK heeft inmiddels het raadplegen van het register op slot gezet. Tegen welke achtergrond is deze beslissing genomen, hoe verder en wat zijn de gevolgen voor WWFT-instellingen?

Het Europese Hof van Justitie heeft in een lang verwachte zaak beslist dat een voor iedereen toegankelijk UBO-register in strijd is met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Eerder dit jaar had de Advocaat-Generaal bij het Hof van Justitie Pitruzzella in deze zaak nog geconcludeerd dat vrije toegang tot het UBO-register niet in strijd was met recht op eerbiediging van het privéleven. Maar het Hof neemt nu dus een andere afslag.

Disproportioneel

De Antiwitwasrichtlijn (artikel 30) schrijft voor dat er een voor ‘voor elk lid van de bevolking’ toegankelijk UBO-register moet zijn. Die toegankelijkheidseis bestaat overigens pas sinds de wijziging van 2018. Het Hof erkent dat die openbaarheid kan bijdragen aan de doelstelling van de Antiwitwasrichtlijn, maar dat die niet proportioneel is in verhouding tot de grondrechten.

Bescherming van persoonsgegevens

Het gaat dan met name om de eerbiediging van het privé-leven (artikel 7 Handvest) en de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8 Handvest). De openbaarheid betekent volgens het Hof een te grote aantasting van die rechten, waarvoor geen rechtvaardiging is. De Europese Commissie had aangevoerd dat het moeilijk kan zijn om nauwkeurig vast te stellen in welke gevallen en onder welke voorwaarden er sprake is van een dergelijk legitiem belang om het register te mogen raadplegen. Maar dat kan volgens het Hof niet rechtvaardigen dat de wetgever bepaalt dat het grote publiek toegang heeft tot de informatie in kwestie.

Register per direct op slot

Nog dezelfde dag heeft de minister van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd dat de Kamer van Koophandel met onmiddellijke ingang – ‘tijdelijk’ – geen informatie uit het UBO-register meer te verstrekken. De regering beraadt zich op de gevolgen van het arrest, maar die spelen in eerste instantie op Europees niveau. De uitspraak van het Hof richt zich immers op de Antiwitwasrichtlijn. Het is voor nu dus wachten op ‘Brussel’.

Wat betekent dit voor instellingen?

Op korte termijn: het UBO-register is tijdelijk niet meer te raadplegen. Dat betekent uiteraard niet dat de plicht om UBO’s te registreren hiermee vervalt. Instellingen moeten zelf UBO-onderzoek verrichten, maar kunnen niet meer nagaan of de UBO-registratie heeft plaatsgevonden en of die registratie verschilt van hun eigen onderzoek. Daarmee kan ook niet meer aan de terugmeldverplichting worden voldaan (artikel 10c WWFT).

UBO-register trusts

Daarnaast heeft het arrest ongetwijfeld ook gevolgen voor het UBO-register Trusts, dat sinds 1 november 2022 in werking is en dat overigens nog niet te raadplegen is. Ook dat register zal voorlopig niet openbaar worden. Uiteraard moet er nog wel geregistreerd worden; dat kan tot 1 februari 2023.

Hoe nu verder?

Waarschijnlijk moet nu een wetswijziging plaatsvinden, die mogelijk zelfs voorafgegaan moet worden door een wijziging van de Antiwitwasrichtlijn. Dat kan even duren. Daarbij is het natuurlijk de vraag wie of welke instelling in de toekomst wel informatie uit het register kan opvragen. Daarbij het van belang dat het Hof de grens legt bij het ‘gerechtvaardigd belang’ dat men moet hebben in het kader van het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering. Het ligt voor de hand dat vervolgingsinstanties en bijvoorbeeld de Belastingdienst het register kunnen raadplegen. Maar het zou ook heel goed kunnen dat WWFT-instellingen, in het kader van cliëntenonderzoek, toegang krijgen. Verder laat de uitspraak van het Hof ruimte voor ‘pers en maatschappelijke organisaties’, die ook een rol kunnen spelen in het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering en dus een ‘gerechtvaardigd belang’ kunnen hebben.

Kamerbrief Minister van Financiën, 22 november 2022

Arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-37/20, C-601/20

Persbericht EU Hof van Justitie

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie