ABN AMRO mag relatie met telecombedrijf beëindigen

Bedrijf beschikt nog over een andere bankrekening

ABN AMRO hoeft de relatie met een telecombedrijf niet voort te zetten van de rechter in kort geding. Het bedrijf is actief in een integriteitsgevoelige sector en de bank heeft te weinig zicht op de financiële transacties. Het is dan niet onredelijk om de relatie te beëindigen, waarbij ook een rol speelt dat de cliënt nog een bankrekening bij een Duitse bank heeft.

De cliënt van ABN Amro is een groothandel in telecomapparatuur. In oktober 2020 heeft de bank een vragenbrief gestuurd in het kader van de cliëntmonitoring. Hierop heeft het bedrijf tijdig geantwoord. In maart 2021 heeft de bank per brief om aanvullende informatie en documentatie gevraagd. Ook hierop is tijdig gereageerd. Eind april beëindigd ABN AMRO de relatie met de cliënt. Als motivering wordt aangevoerd dat er onvoldoende informatie is verstrekt over het verdienmodel, de financiële situatie en of de vennootschap en haar UBO’s wellicht strafrechtelijk onderzocht of vervolgd worden. Daarom kan de bank de risico’s niet inschatten. De cliënt maakt bezwaar en kondigt een kort geding aan. ABN AMRO schort de beëindiging van de relatie op tot na de uitspraak van de rechter.

Ongerijmdheden

Het bedrijf eist in kort geding voortzetting van de bancaire relatie. In de procedure blijkt dat de bank een flink aantal ‘ongerijmdheden’ heeft geconstateerd. Zo worden er regelmatig grote bedragen betaald aan en ontvangen van (ex) cliënten van de bank waarmee zij de relatie al heeft opgezegd. Een groot deel van de omzet wordt overgeboekt naar een hoog risicoland (VAE). Bovendien lijkt het bedrijf onderwerp van strafrechtelijk onderzoek.

Ongebruikelijke transacties

Daarnaast is er volgens ABN AMRO sprake van ongebruikelijke transacties. Vaak zijn betalingen niet te rijmen met de handel waarin de cliënt zich begeeft. De bank geeft aan dat de activiteiten van het bedrijf een verhoogd risico hebben om in BTW-carrouselfraude te worden betrokken. En de bank krijgt ook geen antwoord op de vraag waarom het bedrijf eigenlijk wordt voortgezet, nu het verlieslatend en technisch failliet blijkt te zijn.

Risico te groot

De rechter in kort geding overweegt dat de cliënt uitvoerig de argumenten en feiten heeft weersproken. Sommige worden weerlegd, andere niet. Feit blijft dat het bedrijf zaken doet in een integriteitsgevoelige sector, telecom, en met een verhoogd risicoland, de VAE, waarbij het gaat om grote transacties en bedragen na binnenkomst vrijwel direct worden doorgeboekt naar buitenlandse rekeningen. ‘Ofschoon het goed mogelijk is dat [eiseres] de witte raaf onder de telecom aanbieders zal blijken te zijn, kan het ABN AMRO niet worden verboden afscheid te nemen van een cliënt met een dergelijk risicoprofiel.’

Opzegging niet onredelijk

De rechter oordeelt dat de opzegging van de bancaire niet onredelijk is. Daarbij speelt ook een rol dat het bedrijf nog beschikt over een bankrekening bij een Duitse bank, zodat het via die bank zaken kan blijven doen. Wel moet ABN AMRO haar cliënt nog 60 dagen geven om een andere bank te vinden.

Rechtbank Amsterdam, kort geding, 20 oktober 2021 ECLI:NL:RBAMS:2021:5997